• Home
  • Kerk en Pastorie
  • Predikant
  • Zondagsschool
  • Ouderlingen
  • Diaconie
  • Koster
  • ANBI gegevens Diaconie
  • Kerkrentmeesters
  • ANBI gegevens kerk
  • Financiën
  • Cantory
  • Preekrooster
  • Agenda
  • Activiteiten
  • kerkhof Gasselte
  • Verhuur
  • Historie
  • Broeder Frank
  • Foto Galerij
  • Stichting vrienden
  • Weblinks
  • Contact
  • Inloggen

Historie

De kerk aan het einde van de Tweede Wereldoorlog

Het was op 13 april 2015 zeventig jaar geleden dat Gasselte werd bevrijd. In de dagen daarvoor hebben hier gebeurtenissen plaats gevonden die bijna zorgden voor het einde van het kerkgebouw met driehonderd inwoners van Gasselte. Niet iedereen is daarvan op de hoogte en daarom zette de Gasselter historica Aafke Huizing alles nog maar even op een rijtje. Ze deed dat in Verbinding, het contactorgaan van de Protestantse Gemeente.

Het had niet veel gescheeld of de eeuwenoude Lieve Vrouwenkerk van Gasselte was op 9 april 1945 met een gedeelte van de inwoners in de lucht gevlogen. Wat was het geval? 

In oktober 1944 kwam in Gasselte een contingent soldaten van de N.S.K.K.. Verbindingstroepen van Nederlanders die het met de Duitsers hielden, onder leiding van een Duitse kapitein. De school werd gevorderd als onderkomen voor het gewone volk en het hogere personeel werd bij de inwoners ingekwartierd. De pastorie werd gevorderd en ingericht als hoofdkwartier.

Op 7 april 1945 werden in de Drentse bossen Franse parachutisten gedropt. Met als opdracht de vijand zoveel mogelijk te hinderen. Ook in de boswachterij Gieten kwam een groep van zo’n zestig para’s terecht. Toen ze erachter kwamen, dat de N.S.K.K. zich in Gasselte ophield, besloten ze een aanval op het hoofdkwartier te wagen. Dat gebeurde op 9 april rond het middaguur. De N.S.K.K. was volkomen verrast. Er volgde een vuurgevecht en na korte tijd trokken de Fransen zich met een groep gevangenen terug in de bossen.

De inwoners van Gasselte waanden zich bevrijd en sommige gingen bij de pastorie kijken hoe de troepen alles achtergelaten hadden. Een aantal van hen vond dat ze spullen die er nog lagen, wel goed gebruiken konden en namen die mee naar huis. Helaas kwamen na korte tijd Duitse troepen het dorp binnen om de orde te herstellen. Toen ze merkten wat er bij de pastorie was gebeurd, werden ze woedend. Daar zouden de Gasselters spijt van krijgen. In eerste instantie werden mannen, vrouwen en kinderen op het schoolplein bij elkaar gedreven. De mannen werden later naar de kerk gestuurd. Tegen de avond werden alle mannen van het dorp in de kerk verzameld.

Enkele leden van de N.S.K.K. hadden zich tijdens het vuurgevecht om de pastorie in de kelder verstopt en gezien dat inwoners er met spullen vandoor waren gegaan. De Duitsers dreigden de kerk op te blazen als de schuldigen zich niet zouden melden. Op zeker ogenblik kwam de toenmalige N.S.B.-burgemeester Tuin uit Gasselternijveensemond om te bemiddelen. Ook gaven enkele inwoners toe, dat ze zaken uit de pastorie hadden meegenomen. De burgemeester wist de Duitse commandant uiteindelijk te bewegen van zijn voornemen af te zien; zestien mannen werden gevangen genomen en zij kwamen in de gevangenis in Assen terecht. De rest keerde in de avond weer naar huis terug.

Doordat de geallieerde troepen snel oprukten, kwamen de gevangenen ook heelhuids terug in het dorp. Bij de gevechten sneuvelden drie Nederlanders en een van de parachutisten. Voor deze gesneuvelde para, Fernand Begue uit Madagascar, werd door particulier initiatief van de heer Schut een monument opgericht bij de ingang naar de pastorie.

Meer informatie in het boek 'De boot is omgeslagen', auteur J. Kroezenga..
Over de dropping van de Franse parachutisten: 'Operatie Amherst' door R. Flamand/ J.H. Jansen.


Aafke Huizing

Het monument dat werd opgericht ter nagedachtenis aan de gesneuvelde parachutist.

Waarom een haan op de kerktoren van het Witte Kerkje

'Waarom staat er op de kerktoren van Gasselte een haan?' Een simpele vraag misschien, maar we willen daar toch wat uitgebreider antwoord op geven.

Er zijn daar verschillende uitleggen over. Allereerst is die haan vaak gewoon een weerhaan: hij staat altijd met zijn snavel in de wind. Een haan kraait als de zon opkomt, bij het begin van een nieuwe dag. Zo is de haan een teken van waakzaamheid en ook van inkeer, vergeving en een nieuw begin.

Hij roept de mensen als het ware op te luisteren naar de boodschap van God. Hij waakt over de kippen en kraait als er gevaar is. Zo staat de haan op de kerktoren symbool voor het waken over Gods kinderen. Misschien ken je het verhaal wel van de haan die drie maal kraait nadat Petrus drie maal heeft gezegd dat hij Jezus niet kent. Een duidelijke verklaring is er echter niet. Wellicht was hij oorspronkelijk gewoon bedoeld als weerhaan en heeft men er later verklaringen bij 'gezocht.'

Niet op alle kerktorens staat trouwens een haan. Ook andere symbolen komt men tegen. Op de kerk in Hollandscheveld staat een glimmende koperen veenschop als windwijzer. De schop herinnert aan het veenkoloniale verleden van het Drentse dorp. Ook in het wapen van Hollandscheveld komt de veenschop terug. Op de kerktoren van Rolde staat een engel met bazuin en in 2e Exloërmond wordt de toren versierd met een helm. Hier zou de helm een symbool zijn van de helm des heils, aangeboden aan de gelovigen.

Op het dak van de dorpskerk in Eelde staat een springend paard, evenals op de torens van de kerken in Gieten en Gasselternijveen. Het paard symboliseert de boerengemeenschap waarmee de kerken in die dorpen nauw verbonden waren.

Op Lutherse kerken staat doorgaans een zwaan, die verwijst naar de theoloog Johannes Hus (Hus betekende in zijn landstaal: gans). In Praag werd hij in 1415 wegens vermeende ketterijen op de brandstapel gebracht. Hij zou toen uitgeroepen hebben: "Jullie verbranden een gans, maar er zal een zwaan uit zijn as herrijzen".

Deze uitspraak zou een eeuw later (1517) in verband worden gebracht met Maarten Luther en zo werd de zwaan het herkenningsteken van de Lutherse kerk.

(Op de site 
www.jcvaessen.wordpress.com staat een artikel van dominee Vaessen, die wat dieper ingaat op dit onderwerp)

Historie van de kerk

Gasselte is een oude nederzetting. Bij de aanleg van de tunnel onder rijksweg 34 is in 1975/77 een oudheidkundig bodemonderzoek gedaan, waarbij sporen aan het licht kwamen van een wegdorp, dat daar gelegen heeft tussen ca. 850-1150. Later bestond het dorp uit twee delen, het Grotenend en het Lutkenend, ook Westenend en Kerkenend geheten. Deze zijn in de 19e en 20e eeuw met elkaar verbonden door bebouwing aan de Dorpsstraat.

Het Witte Kerkje is gebouwd aan de rand van de hoge es. Waarschijnlijk gesticht in de tweede helft van de 13e eeuw. De eerste vermelding is uit 1328, als Harmen pastoor in Gasselte is. Stichters waren de Gasselter eigenerfden, zoals in de kroniek staat, “eertijts gestyfftet op 24 Hoffsteden.”
De kerk is een dochterkerk van Borger. Tot in de 20e eeuw moesten sommige Gasselter boeren rogge leveren aan die kerk. Uiteraard was de kerk katholiek, gewijd aan Onze lieve Vrouwe, een Maria kerk.In 1362 werd door ene Wermoldus van Gasselte in de kerk een bijaltaar gesticht, gewijd aan de heilige Catharina van Alexandrië met daaraan verbonden een priester, vicaris genaamd. Vanaf dat moment werkten twee priesters in Gasselte.

Op 10 mei 1598 werd de kerk van Gasselte net als alle Drentse kerken Hervormd. In de loop der eeuwen is het uiterlijk van de kerk door diverse restauraties en verbouwingen ingrijpend veranderd. Tijdens een restauratie, met oudheidkundig onderzoek in 1964, werden aan de noordzijde de sporen van twee muraalbogen gevonden, zichtbaar in de pleisterlaag. De vorm van deze bogen doet koepelgewelven vermoeden. In 1647 schrijft de kerkenraad, dat dit gewelf ten gevolge van oorlogshandelingen (80-jarige oorlog) en een zware storm ernstige scheuren vertoond boven het koor, het staat op instorten. In 1651 vind, een ingrijpende verbouwing plaats, waarbij de gewelven mogelijk zijn gesloopt en de kerk werd voorzien van een zolder.
Kerk Gasselte

Tekening van de kerk met klokkenstoel en zonder toren, ca. 1750.
Restauratie
In 1787 werd de klok, die tot dan toe in een klokkenstoel had gehangen, naar het toen gebouwde torentje op de kerk verplaatst.
Ook kwamen er andere ramen en werd de ingang aan de noordzijde dichtgemaakt.
De sporen van deze verbouwingen zijn zeker aan de noordkant nog goed te zien.

In 1851 vindt weer een grootscheepse verbouwing plaats. Er komt een nieuw dak met blauwe pannen op de kerk. Van binnen wordt een halfrond gestukadoord plafond aangebracht, en van buiten een witte pleisterlaag.
In 1929 komt een orgel in de kerk, daarvoor moet een plek komen, het z.g.”orgelbeun” wordt gebouwd en de banken krijgen ook een opknapbeurt.
Na de 2e wereldoorlog volgt in 1963 weer een belangrijke restauratie van het interieur. De banken worden verwijderd en vervangen door stoelen. Het koor wordt iets verhoogd en de oude vloer vervangen door estriken of plavuizen.
Het in slechte staat verkerende oude orgel, wordt in 1995 vervangen door een in 1839 door de orgelmaker J.C.Scheuer vervaardigd exemplaar.

Zowel de kerk, als het orgel vallen onder monumentenzorg.  

De maniëristische preekstoel met gesneden omlijsting van de panelen dateert uit ca.1630.
Voor het koor liggen twee zandstenen sarcofaagdeksels uit de 13e eeuw, waarvan de ene als
altaarsteen heeft dienst gedaan
Op het koor liggen de  zerken van de ette Jan Hilbingh 1655 - 1709 en de schulte Jan Alingh 1702 - 1784 en zijn vrouw.

Interieur

De avondmaalstafel dateert uit het derde kwart van de 17e eeuw, het is een eikenhouten meubel, de tafel wordt gedragen door vier zuilvormige poten, deze zijn met sporten met elkander verbonden, het tafelblad bestaat uit een omlijst paneel.

Het offer blok is uit 1681

Het koperen doopbekken is uit 1696 en de smeedijzeren stander uit 1780.